In verpakkingen kom je vaak tegen dat de dikte wordt uitgedrukt in micron (afgekort µm, soms informeel mu of my). Dit is eigenlijk een lengte-eenheid: één micron is één miljoenste meter, oftewel 0,000 001 m (0,001 mm). In de praktijk gebruiken we micron vooral om de dikte van plastic folies en zakken aan te geven. Hoe meer microns, hoe dikker, en meestal ook steviger, de verpakking.
Inhoudsopgave:
- Wat is het verschil tussen micron, mu, my en micrometer?
- Hoe reken je micron om naar mm, gauge en mil?
- Welke micron heb ik nodig voor mijn verpakking?
- Wat zegt de micron over noppenfolie?
- Hoeveel micron moet wikkelfolie zijn?
- Welke micron kies je voor buisfolie en krimpfolie?
- Hoe meet je de dikte van plastic verpakkingen?
- Tips om de juiste dikte te kiezen
Wat is het verschil tussen micron, mu, my en micrometer?
Micron, mu, my en micrometer verwijzen allemaal naar dezelfde eenheid: de micrometer (symbool µ). In het SI-stelsel is micrometer de officiële term, maar in de verpakkingsbranche hoor je vaak nog “micron” of “mu”. 1 mu staat gelijk aan 0,000 001 meter. Het Nederlandse woord ‘micron’ stamt af van een oude maat “millimillimeter” bedacht in de 19e eeuw; tegenwoordig is het verankerd als het SI-voorvoegsel micro- (µ) voor een miljoenste deel.
Hoe reken je micron om naar mm, gauge en mil?
Om microns naar millimeters om te rekenen deel je door 1 000. Zo is 50 µm = 0,05 mm. Omgekeerd geldt: 1 mm = 1.000 µm. Voor internationale leveranciers kan het handig zijn andere eenheden te kennen: in de VS wordt dikte soms in mils (0,001 inch) of gauge aangegeven. 1 mil komt overeen met 25,4 µm. Voor traditionele polyethyleen-gauge geldt grofweg dat 100 gauge ≈ 25 µm; bijvoorbeeld 30 gauge is circa 7–8 µm en 200 gauge ≈ 50 µm. Deze omrekeningen helpen voorkomen dat je per ongeluk een veel te dun of dik materiaal bestelt.
Welke micron heb ik nodig voor mijn verpakking?
De juiste dikte hangt sterk af van je product en verzendmethode. Een veelvoorkomende misvatting is “hoe dikker, hoe beter”, maar met moderne meerlaagse folies (coex) kun je vaak dunner en toch sterk verpakken. Hieronder zie je welke producten je per diktebereik kunt gebruiken.
10–30 µm: ultradunne folies en tapes
In dit bereik vallen topvellen van 10–30 µm voor het afdekken van pallets en dozen, maar ook de dunste varianten van wikkelfolie (circa 15–23 µm) voor lichte palletladingen tot ongeveer 500 kg. Verpakkingstape van polypropyleen heeft doorgaans een draagfolie tussen 25 en 30 µm; dit is voldoende voor lichte doosverzegeling en archiefdozen. Ultradunne folies besparen materiaal en zijn geschikt wanneer gewicht of flexibiliteit belangrijker is dan extreme stevigheid.
30–50 µm: dunne folies voor algemene bescherming
Voor standaardtoepassingen kies je folies in dit segment. Denk aan topvellen van 35–50 µm om goederen stofvrij te houden, en verpakkingstape van 30–35 µm voor reguliere verzenddozen. Ook is er dunne buisfolie van 50 µm die geschikt is voor lichte, langwerpige producten. Sommige noppenfolies en luchtkussenzakken zijn leverbaar in 50 µm; ze geven een basisbescherming zonder te veel volume toe te voegen. Deze categorie biedt een goede balans tussen stevigheid en flexibiliteit.
50–80 µm: medium folies voor zwaardere pakketten
Hier komen de meeste van onze veelgebruikte verpakkingsmaterialen terug. Noppenfolie is er vaak in 60 µm voor algemene verzending en 80 µm voor breekbare of zwaardere producten. Coex verzendzakken liggen meestal in het bereik van 60–80 µm; deze meerlagige zakken zijn stevig genoeg voor kleding, stoffen en zachte goederen. Ook sommige dunne buisfolies vallen met 50 µm in deze categorie. Folies in dit segment bieden een betrouwbare bescherming voor zwaardere zendingen zonder overdreven dik te worden.
80–120 µm: dikke folies voor extra bescherming
Als je verpakt voor zware of scherpe producten is een hogere micron nodig. Noppenfolie van circa 100 µm heeft extra schokdemping en is ideaal voor glaswerk of kunstvoorwerpen. Buisfolie van 100 µm wordt gebruikt voor bundeling of voorwerpen met scherpe kanten. Ook zwaardere wikkelfolie van 30 µm (voor pallets >700 kg) biedt net dat beetje extra stevigheid, hoewel de waarde niet tot 80 µm reikt. Dit bereik is geschikt voor producten die iets meer bescherming nodig hebben zonder direct naar krimpfolie te grijpen.
120–300 µm: zeer dikke krimpfolie voor zware toepassingen
Voor de zwaarste en meest veeleisende toepassingen gebruik je folies van 120 µm en dikker. Onze krimpfolie is verkrijgbaar in 120, 150, 200 en 300 µm. Deze stevige polyethyleen folies worden strak om pallets, boten of machineonderdelen gekrompen en bieden langdurige bescherming tegen vocht, stof en beschadigingen. Ook buisfolie van 200 µm valt in deze categorie en is geschikt voor bundels van zware of scherpe materialen. Kies dit bereik als je maximale sterkte en duurzaamheid nodig hebt.
Wat zegt de micron over noppenfolie?
Noppenfolie (luchtkussenfolie) is folie met ingesloten luchtbelletjes en komt vaak in stapels of rollen. De diktemaat in micron bepaalt hoe stevig de noppenfolie is. Standaard luchtkussenfolie (met ±10 mm noppen) is meestal tussen de 60 en 80 µm dik. Dit is geschikt voor lichte tot middelzware breekbare producten zoals elektronica of servies. Voor extra bescherming kun je kiezen voor dikkere noppenfolie (bijvoorbeeld ~80–100 µm), of voor noppenfolie met grotere noppen (±25 mm), die meer schokdemping geeft. Verpakgigant biedt bijvoorbeeld standaardfolies met 60–80 µm, een variant met grote noppen (80 µm) voor meubels of kunst, én antistatische noppenfolie (50 µm) voor elektronische apparatuur. De juiste keuze hangt af van hoe breekbaar je lading is en hoe lang de reis is.
Hoeveel micron moet wikkelfolie zijn?
Wikkelfolie (stretchfolie) stabiliseert en bundelt palletladingen. Ook hiervoor kijk je naar het gewicht en de toepassing. Een vuistregel is:
- Pallet ≤ 500 kg – gebruik wikkelfolie van circa ≤ 17 µm (lichte handwikkelfolie/pre-stretch)
- Pallet 500–700 kg – gebruik folie van 20–23 µm (middelzware rekfolie)
- Pallet ≥ 800 kg – kies voor 23–30 µm (dikke folie of meerdere lagen)
Hoe zwaarder de lading, hoe dikker de folie. Let ook op het type wikkelfolie: voor machinaal wikkelen bestaan soms voorgerekte (pre-stretch) folies, waarmee je met dunner materiaal toch veel rek kunt bereiken. Overweeg ook het gebruik van een topvel: leg bijvoorbeeld een topvel of afdekvel op de lading voordat je gaat wikkelen, om de bovenkant te beschermen.
Welke micron kies je voor buisfolie en krimpfolie?
Buisfolie: Dit is een buisvormige folie (slangfolie) die je na vullen kan dichtsealen. De dikte hangt af van het product. Dunne buisfolie van 50–80 µm is geschikt voor lichte, langwerpige goederen (denk posters, kleding) – vergelijkbaar met een stevige glasvezelzak. Dikkere buisfolie (100–150 µm) gebruik je voor zwaardere bundels of scherp materiaal. Verpakgigant heeft bijvoorbeeld transparante buisfolie van 100 µm voor maximale sterkte, maar ook varianten van 50 µm voor lichtere toepassingen.
Krimpfolie: Traditionele krimpfolie (van polyethyleen) is juist vrij dik: veelgebruikte maten zijn 120, 150, 200 of 300 µm, bedoeld voor stevige bundels of het sealen van pallets en apparaten. Voor kleinere retailverpakkingen bestaat er polyolefine krimpfolie die veel dunner is (ongeveer 12–19 µm). Bijvoorbeeld 19 µm polyolefine krimpfolie wordt vaak gebruikt voor winkelverpakkingen.
Hoe meet je de dikte van plastic verpakkingen?
Om de foliedikte nauwkeurig te bepalen heb je een digitale micrometer nodig; een meetlatje werkt niet bij zulke kleine maten. Leg een stukje folie tussen de bekken van de micrometer, draai dicht tot de folie net geklemd zit en lees af. Zo weet je exact hoeveel µm het materiaal heeft. Is meten lastig, dan kun je je altijd laten adviseren door een van onze verpakkingsspecialisten.
Tips om de juiste dikte te kiezen
- Stem af op gewicht en vorm
Zwaardere of scherpe producten vragen om een hogere microndikte. Een lichte palletlading kan vaak veilig met 17–20 µm wikkelfolie worden gestabiliseerd; zwaardere pallets gebruiken 23–30 µm. Dozen met metalen onderdelen of glas vragen eerder om 90–100 µm folie of buisfolie. - Kies efficiënt, niet automatisch dikker
Moderne coex (meerlaagse) folies zijn dunner maar even sterk. Een 60 µm coex-verzendzak kan bijvoorbeeld de stevigheid benaderen van een 70 µm enkel-laagse zak. Dit bespaart materiaal en kosten zonder in te leveren op bescherming. - Koppel foliesoort aan toepassing
Voor lichte items, zoals kleine onderdelen of documenten, volstaat meestal een gripzak of topvel van 30–50 µm. Voor breekbare producten kies je beter voor noppenfolie van 80–100 µm, of 60–80 µm bij licht breekbare goederen. Pallets kun je afhankelijk van het gewicht stabiliseren met wikkelfolie van 17–23 µm voor lichte tot middelzware ladingen, of 23–30 µm voor zwaardere ladingen. Bij scherpe of grote bundels zijn buisfolie van 100–200 µm en krimpfolie van 120–300 µm de juiste oplossing. Voor het sluiten van dozen wordt doorgaans verpakkingstape met een draagfolie van 25–35 µm gebruikt, afgestemd op het doosgewicht en de kwaliteit van het karton. - Pas de applicatie aan
Handmatig wikkelen vraagt vaak wat dikkere folie dan machinaal. Gebruik je een wikkelmachine met voorrek (pre-stretch)? Dan kun je met dunnere folie (bijv. 17 µm) toch strak en stabiel wikkelen. - Test en vraag advies
Twijfel je? Vraag samples aan en test met je eigen product. Zo bepaal je snel de minimale veilige dikte en voorkom je over- of onderverpakken.
Meer weten of direct bestellen?
Wil je zeker weten welke µm-dikte het beste past bij jouw product? Ons team helpt je graag verder. Bekijk ook ons ruime assortiment en profiteer van gratis verzending en betrouwbare service. Neem gerust contact op voor persoonlijk advies of bestel direct online. Onze verpakkingsspecialisten staan voor je klaar!